Jij en ik

De liefde verzet bergen -
het vuur van de liefde is niet te blussen -
eens brandend glimt zij verder.
Na luide kerkklokken vertelt zij zacht,
gelijk een luit: Men zegt: De liefde verzet bergen.

Liefde, je kent haar of ook niet -
heen hoogtevrees, de gebogenen richt zij op,
zij is de koude nacht EN de warme adem,
nu eens mos in het bos,
dan weer distel,
zij kent het lachen,
dat ook de tranen smelten laat.

Jij en ik, jij en ik - ik en jij -
hand in hand -
die hiel op de hiel toen.
een meisje met vlechten,
een student met bril,
de tijd zo prachtig, zo gek,
is voorbij,
en toch weer hier - af en toe.

Ook liefde hoort het luiden van de jaarklokken,
het grijze haar staat haar goed.
Haar liefde gelooft in nieuwe liederen,
de liefde vergeeft ons onze misstappen.
Bloesems regenen, gras verdort, alles vergaat.

Alleen jij en ik, jij en ik -
hand in hand - hiel op hiel toen,
een meisje met vlechten
een student met bril,
de tijd zo prachtig, zo gek
is voorbij -
en toch weer hier - af en toen.